dinsdag 26 mei 2009

zaterdag 23-05-'09

Excursie IVN natuurgidsencursus Middelpolder
zaterdag 23 mei 2009

Op deze prachtige lentedag fietsen wij samen met Carla, Bas en Jos Valent vanaf de hoek Bankrasweg/Oranjebaan het pad af naar beneden.
Vanaf dit punt zijn de hoogteverschillen in het landschap goed te zien: richting de Amstel/Amsterdam het bovenland en richting Amstelveen het benedenland.
Bas legt uit dat de eigenaren van de landhuizen aan de Amstel hun vee in het benedenland lieten grazen. Het landhuis Oostermeer duidt op de aanwezigheid van een meer. Het meer lag oorspronkelijk richting Amsterdam maar bestaat nu niet meer.
De sloten zijn niet zo breed om gevaar voor doorbraak te voorkomen hetgeen bij het ontstaan van de Westeinderplas wel is gebeurd.
Amstelveen is deels gebouwd in de drooggemaakte Bovenkerkerpolder en de drooggemaakte Middelpolder. De Ouderkerkerlaan is de grens tussen de beide polders. Bij de Beneluxbaan is er een lage open verbinding tussen deze beide polders en zijn er kleppen gemaakt in het viaduct om bij een eventuele overstroming in een van de polders ze te kunnen scheiden. Eenmaal per jaar wordt met deze kleppen geoefend.

We fietsen verder langs het composteerbedrijf van de gemeente Amstelveen ( de tuinmannenfabriek aldus Jaap) waar al het GFT afval wordt verzameld. De enorme berg takken e.d. wordt regelmatig besproeid, het kan behoorlijk ruiken. In deze omgeving broeden de scholeksters.
Het gebied wordt beheerd door Groengebied Amstelland.
Er zijn in de loop der tijden veel bomen geplant bedoeld voor de recreanten met als bijkomend voordeel dat elke geplante boom subsidie oplevert.
Het gebied biedt een kleurrijk uitzicht op vlakken met gele scherpe boterbloem rode zuring en paarsige grassen.
In de sloot staat riet dat zijn stevigheid ontleent aan de om elkaar geslagen bladeren. Op de plek van het tongetje zit een plukje haar; dat is een kenmerk voor riet.
De sloot is voedselrijk; de bodem bestaat zowel uit zee- als rivierklei met een licht zout aspect.
Hier groeien de grote en de kleine lisdodde ( de kleine heeft een smal blad en de aanwezigheid is een indicatie voor zout in de grond net als bij de zeebies). De lisdodde heeft een peul met zaden met een kurklaagje waardoor de zaden kunnen wegdrijven. Zodra de kurk vergaat zal het zaad zinken en elders nieuwe planten kunnen vormen.

We rijden bij de boezemsloot naar beneden. We komen op een terrein waar vroeger een boerderij stond. Er groeien veel bessen waaronder kruisbessen. (terzijde: de kruisbessenjam van Ikea is de moeite waard).
Verder staan er essen, ze groeien snel en recht omhoog en waren van belang voor de productie van hout.
Bij de ronde gasput haalt Carla een stokje door het water: het water “breekt” hetgeen erop duidt dat met het methaangas CH4 ijzer naar boven komt waar ijzerbacteriën zich aan tegoed doen. Met een brandende lucifer erbij is het bewijs voor het gas rond: de kalveren in de wei zijn stille getuigen. Als het regenboogkleurige vlies op het water niet van ijzerbacteriën afkomstig is maar van olie dan sluit het vlies zich meteen weer, en breekt niet.

Bij de put groeit:
-fluweelgras(Eng): de gestreepte witbol. Het onderste blad heeft witte strepen en kun je vergelijken met een ouderwetse herenpyjama. Het is niet aan te bevelen om gras als tandenstoker te gebruiken omdat er eencellige amoeben in bivakkeren. Op de plek waar het blad tevoorschijn komt zit een dun vliesje, dit is een tongetje. Het bloemetje heeft een kafje(soms naaldje). In de schaduw heeft het een grijswitte kleur en in de zon kleurt het roodachtig.
-ijle dravik, een sierlijk hangend frêle gras waarvan de knoop onbehaard is. De kafjes hebben lange kafnaalden.
-wilgenroosje: bloeit roze. De steel wordt wel als asperge gebruikt, prikkelt achter op de tong.
-kweepeer: de vruchten hebben een slordig uiterlijk. De kweepeer is na koken te eten. Dit geldt ook voor de kleine sierappels ( die hier overigens niet staan); deze geven een roze appelmoes.

Op het terrein is nog een rond poeltje waar flap, (geklitte drijvende algen) groeit. De bubbels op het water duiden op gas. Dit gebied is afgegraven tot de klei. We kunnen nu nog beter het bovenland zien, het voormalige land van het Burgerweeshuis. Hier liepen de koeien die het weeshuis van melk voorzagen. De melk werd per boot over de Amstel naar het weeshuis vervoerd.

Jos neemt een grondmonster met de grondboor op 1 meter diepte. De bovenste laag grond bevat puinresten, daaronder bevindt zich zeeklei (pas na 6 meter diepte begint de zandgrond). De kleur is blauwachtig, het heeft een hele fijne structuur en ruikt iets zoutig. Deze klei is heel geschikt om stenen van te bakken en om te boetseren.
We fietsen verder naar een hoger gelegen gebied aan de oever van een sloot. Daar wordt opnieuw een grondmonster genomen op 1 meter diepte. In feite vindt deze meting plaats onder het waterniveau van de sloot. De verkregen grond bevat plantenresten en is rood getint. Dit is veengrond. Na uitgraven zal de rode kleur na één uur verdwijnen door oxidatie. De grond wordt zwart en klinkt in.
Een gedeelte van het terrein is tot 15 juni voor publiek afgesloten door middel van het blokkeren van de witte bruggetjes. Daarna is het broedseizoen voorbij en is er weer vrije toegang. De koeien zullen het land begrazen en pas daarna zal er gemaaid worden. De eventuele nesten op de grond kunnen met roosters afgedekt worden zodat de koeien eromheen grazen. De pachter van dit gebied heeft een overeenkomst (beheerscontract) met de eigenaar voor deze handelwijze en daarnaast gelden de internationale verplichtingen om de vogels te beschermen.

We fietsen verder en komen bij een boerenschuur bij de Machineweg ( de naam Machineweg duidt op de aanwezigheid van een gemaal; één van de mogelijkheden is dat bij droogte water uit de Amstel gehaald kan worden).
Hier nestelen in de schuur boerenzwaluwen. Hoe langer de staartpen, hoe meer succes de boerenzwaluw bij de zwaluwvrouwtjes heeft. Een grote zilverdistel siert de tuin.
De fietstocht voert ons langs de waterzuiveringsinstallatie. Langs het fietspad staat fluitenkruid en koolzaad.
Om te zien of je te maken hebt met koolzaad of raapzaad doe je de volgende test: pak de steel vlak onder de bloem vast en beweeg de hand omhoog: komen de knoppen boven de bloem uit dan heb je te maken met koolzaad ( ezelsbruggetje: de O van knoppen boven) en blijven de knoppen achter, je ziet ze niet meer, dan is het raapzaad ( de A van achter).

Bij het bruggetje op de hoek van de Machineweg dat leidt naar het gemaal aan de Amstel zien we de verschillende waterniveaus van de omringende landjes. De niveauverschillen zijn noodzakelijk om het land hoog te houden. Jos vertelt dat het water wel door de respectievelijke gronden sijpelt maar erg langzaam. Erik voegt toe dat de doorlaatbaarheid van de dijken regelmatig wordt gemeten.
Tot slot kijken we bij het gemaal aangekomen naar de huiszwaluwen die onder de nok van het gebouw nestelen. De huiszwaluw heeft een witte stuit en een minder lange staart dan de boerenzwaluw.
Voor de geplande overtocht met het pontje is helaas geen tijd meer.

Vogels:
o.a. de havik, buizerd, kievit, fitis, grutto, tureluur, boerenzwaluw, huiszwaluw.

Ida Oosterhof

Geen opmerkingen:

Een reactie posten