zaterdag 20 juni 2009

zaterdag 13 juni 2009

Na afloop van de excursie heb ik het schriftje met mijn bevindingen een paar dagen angstvallig omzeild. Dat lag niet aan het weer, niet aan mijn medecursisten, niet aan de begeleiding en zelfs niet aan de hondepoep. Zo op het oog lijken grassen, russen en zeggen nogal op elkaar en de verschillen zijn zo miniem dat ze moeilijk waarneembaar zijn. Als je dan én probeert waar te nemen én probeert alles op te schrijven dan wil het wel eens mis gaan. In mijn geval was het willen verslagleggen en tegelijkertijd willen ruiken, voelen en horen een beetje te veel van het goede.
Wat me bij is gebleven is de verwondering over het bestaan van de slag bij Amstelveen (waarover hieronder meer), het genot van het horen van het klaterende geluid van de nachtegaal, het roepen van de koekoek, de geur van het reukgras en de warmte van de zon en niet in de laatste plaats het plezier van het gezelschap van mensen, die je niet hoeft uit te leggen waarom je om de vijf minuten stil moet staan bij een plantje.
Om mijn falen als waarnemer een beetje te compenseren, geef ik jullie nu een zinderend historisch verslag van die gedenkwaardige herfst in 1787.

In 1787 leggen de patriotten,in afwachting van de komst van de Pruisen, rond Amsterdam een waterlinie aan. Op dat moment is de Hand(naar Leiden)weg de belangrijkste toegangsweg vanuit het zuiden. Het omringende land is immers onder water gezet. Op de plek waar onze excursie begint stellen pruisische Huzaren op bevel van de hertog van Braunschweig in de laatste week van september 1787 zwaar geschut op met het doel de Handweg vrij te maken. Voor het krieken van de dag – op 1 oktober - wordt de aanval geopend. Hoe ze ook hun best doen, de Pruisen slagen er niet in om door de verdediging van de patriotten heen te breken, die vanuit wat nu het Oude Dorp is de Handweg onder vuur houden. Negen dagen later capituleert Amsterdam toch en gaat de geschiedenis verder.
Voor de flora en fauna van ons gebied heeft het allemaal niets uitgemaakt. De poel is gek genoeg – na in dertiende eeuw ontveend te zijn – nooit drooggemalen en dat betekent dat het landschap van die gedenkwaardige herfst van 1787 praktisch hetzelfde is gebleven. Alleen de Noorddammerbrug is weg en de kleine waterplas aan de andere kant drooggemalen (nu de parkeerplaats van café Silversant)
Het grote verschil is dat waar toen de Zwarte (of de Schinkel-) polder zich uitstrekte, nu het Amsterdamse bos ligt.

Hieronder volgt een poging om de grassen, russen en zegge(s)/(n), die we gezien hebben in de volgorde waarin we ze gezien hebben te beschrijven. De engelwortel, het zilverschoon, de ratelaar, de orchideeen, de koningsvaren, de kleine lisdodde (brak water!), de viervlek en de zonnedauw moeten volstaan met deze zin.

Nederlandse naam
Latijnse naam
Familie
Kenmerken
Riet
Phragmites australis
Grassenfamilie
Knik in het blad, zogeheten duivelsbijt
In de overgang van bladschede naar bladschijf een vliezig tongetje
Rietgras
Phalaris arundinace
Grassenfamilie
In de overgang van bladschede naar bladschijf een harig tongetje
Ruw beemdgras
Poa trivialis
Grassenfamilie
Stengel voelt ruw aan
Straatgras
Poa annua
Grassenfamilie
De plant is aan een kant plat (‘de bus is erlangs gereden’
Engels raaigras
Lolium perenne
Grassenfamilie
Glanst
Gladde witbol of fluweelgras
Holcus mollis
Grassenfamilie
Zacht, met volle aar, kale stengel
Gestreepte witbol
Holcus lanatus
Grassenfamilie
Zacht, met volle aar, behaarde stengel
Gewoon reukgras
Anthoxanthum odoratum
Grassenfamilie
Zoete, caramelgeur door aanwezigheid van cumarine
Kropaar
Dactylis glomerata
Grassenfamilie
Aren voelen hard aan
Frans raaigras of Glanshaver
Arrhenaterum elatius
Grassenfamilie
Heeft in onderscheid van engels raaigras een gedraaid blad, heeft uitgesproken lange kafnaald aan een kant van
Vossestraat
Alopecurus
Grassenfamilie
Aren rijpen in verschillende stadia
Biezeknoppen
Juncus conglomeratus
Russenfamilie
Lijkt op pitrus, maar heeft compactere bloem
Hangende zegge
Carex pendula
Cypergrassenfamilie

Pluimzegge
Carex paniculata
Cypergrassenfamilie

Heen of Zeebies
Scirpus maritimus
Cypergrassenfamilie

Hennegras
Calamagrostis canescens
Grassenfamilie

Beemdlangbloem
Festuca pratensis
Grassenfamilie

Veenpluis
Eriophorum angustifolium
Cypergrassenfamilie

Veldrus
Juncus acutiflorus
Russenfamilie

Timoteegras
Phleum pratense
Grassenfamilie
‘Timotee buigt mee, vos laat los’


En als slot het onvolprezen versje, dat Wies ons leerde:
Sedges have edges
Russes are round
Grasses are hollow
From the top to the ground

Hieronder nog twee sites, die zeker de moeite waard zijn om te bekijken als je achtergrondinformatie van een gebied nodig hebt. Vooral de site van het kadaster is interessant omdat je over een van de historische kaarten de actuele kaart kan leggen en zo goed kan zien wat er de laatste 100 tot 150 jaar veranderd is.

http://www.historiekaart.nl/
http://www.stelling-amsterdam.nl/

vrijdag 19 juni 2009

zaterdag 13-06-'09

Verslag van Brigit over de excursie rond De Poel Bovenkerk 13 juni 2009.
Onderwerp: grassen
Aanwezig zijn: 23 mensen
Grappig is om te zien hoe het gebied veranderd is sinds ons vorige bezoek; waar je voorheen ver weg kon kijken, staan er nu allerlei hoge grassen die je het zicht belemmeren.
Over grassen gesproken: 80 % van ons voedsel komt van gras, direct via granen, rijst, en indirect via de dieren( o.a. koeien) die we eten.
Grassen hebben een hele mooie structuur; ik vind ze persoonlijk zeer esthetisch.
Alles hangt naar buiten, stampers, meeldraden i.t.t. de meeste bloemen, knoppen.
Ze zijn zeer divers van vorm.
Grassen die we gezien en besproken hebben:
- Rietgras, groot en fors, kleurt in de zon vaak rood
- Kruipertje, als die in je mouw terechtkomt, kruipt het vanzelf omhoog
- Kropaar, laag gras
- Ruw beemdgras, een ruwe stengel
- Witbol, voelt fluwelig, in het engels; fluweelgras
- Liesgras, heel dik, gaat pyramidevormig uitstaan
- Pitrus, omdat je het merg er uit kunt halen, in schapenvet hangen en drogen werd het vroeger gebruikt als lont in olielampen. Niemand lust het; dieren nog mensen.
- Straatgras, in het voorjaar, familie van Poa, eenjarig driekantige pluim die 2 dimensionaal/plat is, door “de bus die er langs rijdt”
- Frans raaigras
- Pluimzegge, soort cypergras
- Engels raaigras, voedzaam maar zeer slecht verteerbaar voor koeien, vandaar de diarree bij koeien.
- Een cypergras, met rimpelige blaadjes
- Reukgras, na maaien komt er een toffiegeur, er zit cumarine in wat bloedverdunnend is. (Als koeien dit alleen maar eten gaan ze dood aan inwendige bloedingen)
Het verschil tussen russen en cypergrassen: cypergrassen zijn ofwel rond of hebben een driekantige stengel die gevuld is met merg.

dinsdag 2 juni 2009

zaterdag 23-05-'09

Excursie 24 mei 2009 Middelpolder (verslag door Annemarie)

Weersomstandigheden: droog, zonnig, warm.
Groep van Bas
Vertrekpunt: hoek Oranjelaan/Bankrasweg

De excursie was een illustratie van de theorieles op woensdag: hoe het polderlandschap tot stand is gekomen. Op de plek waar we begonnen met de fietsexcursie is zowel bovenland als benedenland te zien. Het bovenland heeft een ringsloot en een dijk eromheen, en ligt hoog omdat het nooit verveend is. Dit betekent dat het nooit is afgeplagd of uitgebaggerd: al het veen ligt er nog. De bodem bestaat hier daarom ook uit een aantal meter veen, daaronder klei, en dan zand. De Middelpolder is het benedenland en ligt duidelijk lager, omdat deze polder is verveend en drooggelegd. De polders zijn niet te groot, want als de meren die ontstonden door de veenwinning te groot waren, dan werd het gevaarlijk met storm. Bij het grondboren zagen we de verschillende bodemsoorten: in de Middelpolder zit na ongeveer een meter blauwe/grijze klei: waarschijnlijk
overwegend zeeklei, ruikt ook zoutig, kan schelpjes bevatten. In bovenland vonden we veen, dat is roodachtig, oxideert en is binnen een uur zwart.

Amstelveen is gebouwd op de Middelpolder en de Bovenkerkerpolder. Wetenswaardigheden: de Beneluxbaan loopt door beide polders, en om te voorkomen dat overstromingen dankzij de Beneluxbaan van de ene naar de andere polder doorstromen, zitten er kleppen onder de Beneluxbaan om eventuele overstroming van de ene polder naar de andere polder te voorkomen. Ander feitje: aan de Amstel ligt het Landhuis Oostermeer, dat zoals de naam zegt, ooit ten oosten van een meer lag. Dit meer is er niet meer, want dat is ooit weggebaggerd en vervolgens drooggelegd.

De eerste stop was bij de gemeentelijke composthoop, het gevolg van GFT-afval inzameling. De inwoners van Amstelveen kunnen dit eens in de zoveel tijd komen ophalen als schoon compost.
Er staan veel verschillende soorten grassen. Bas raadt af om ze allemaal te leren, er zijn er alleen rond Amstelveen al meer dan 50 soorten. Het beste is om de best herkenbare te leren, dan weet je er in elk geval een paar. Hij noemt hierbij de geknikte vossestaart, die paars bloeit, en de witbol, met harige stengel en blad, en een paarsige pluim,. De witbol heeft steeds 2 kwastjes die samen uit de stengel groeien. Naast grassen zijn er 3 soorten schijngrassen: russen, biezen en zeggen. Het weiland waar we op uitkijken is een blauwgrasveld, dat is een gevarieerd stuk grasland met veel soorten gras en bloemen, dat niet zo vaak gemaaid wordt. Lekkerder voor de koeien. Verlanding van slootjes gaat snel en is goed zichtbaar: riet en andere planten groeien steeds verder in het water. Boeren hebben een schouwplicht, wat betekent dat ze de sloten goed open dienen te houden. Kenmerkend voor een veenweidegebied is de hoge grondwaterstand, slechts 10 cm verschil tussen de wei en het water.

Volgende stop was de groenplaats. Daar stond vroeger een boerderij. Dat is te zien aan de bomen (windsingel om het erf) en de moestuin, die nu nog wordt onderhouden door vrijwilligers. De bomen zijn essen, dit is gebruikshout (voor bijvoorbeeld stelen voor hamers en dergelijke). De meidoorns die er groeien geven de indruk dat er ooit een boomgaard heeft gestaan. Bij de vijver vertelde Jos over kikkervisjes. Als visje zijn ze planteneter, ze eten algen. Als je ze voor educatieve doeleinden houdt, neem dan een heel klein beetje dril mee, zoveel als 1 lucifersdoosje. Paddendril zijn kralenkettingen die om planten zitten. Bruine kikkerdril is vroeg en drijft in klonten. Groene kikkerdril zit dieper in het water en komt later in het jaar uit. Voer de kikkervisjes gewoon visvoer, van die vlokjes. Geef ze regelmatig vers water. Als ze achterpootjes en voorpootjes hebben, moet je ze vrij laten, want dan zijn ze vleeseters geworden. Dit gebeurt tegelijkertijd met het verliezen van de staart en dan leven ze van insecten. Als je ze dan groenvoer gaat voeren, gaan ze dood, want dat kan hun spijsverteringsstelsel niet meer aan. De kikkervisjes die we vandaag zagen moeten van de groene kikker zijn geweest, want ze zijn erg laat in het jaar nog visje. De put op het erf is geslagen om methaangas op te vangen (aardgas). Dat zie je aan de belletjes die steeds opstijgen uit het water, die kun je aansteken met een lucifer. Onder de zandlaag ligt namelijk nog een oudere veenlaag, en het gas zit daarin. Door een pijp te slaan tot de onderste veenlaag kon dit gas worden aangeboord, en opgevangen via een omgekeerde metalen bak kon het via pijpleidingen naar huis worden gebracht om daar als brandstof te gebruiken. Het water in de put is ijzerhoudend. Methaangas is broeikasgas. Het zit ook onder de permafrost in Siberië: misschien wel een milieuramp als dat ontdooit!

Soorten (naast die hierboven genoemd zijn):

Planten:
Bomen
Esdoorn
Waterlelie
Verschil raapzaad en koolzaad: raapzaad (met een a van achter) heeft de knopjes achter de bloemetjes. Koolzaad heeft ze voor de bloempjes.

Vogels:
Kieviet
Aalscholver
Zwaluwen
Grutto
Visdiefje
Waterlelie
Scholekster
Buizerd: pakt termiek en draait dus rondjes. Andere roofvogels zoals havik en boomvalk vliegen meer.

Gehoord: pauw en koekoek