dinsdag 2 juni 2009

zaterdag 23-05-'09

Excursie 24 mei 2009 Middelpolder (verslag door Annemarie)

Weersomstandigheden: droog, zonnig, warm.
Groep van Bas
Vertrekpunt: hoek Oranjelaan/Bankrasweg

De excursie was een illustratie van de theorieles op woensdag: hoe het polderlandschap tot stand is gekomen. Op de plek waar we begonnen met de fietsexcursie is zowel bovenland als benedenland te zien. Het bovenland heeft een ringsloot en een dijk eromheen, en ligt hoog omdat het nooit verveend is. Dit betekent dat het nooit is afgeplagd of uitgebaggerd: al het veen ligt er nog. De bodem bestaat hier daarom ook uit een aantal meter veen, daaronder klei, en dan zand. De Middelpolder is het benedenland en ligt duidelijk lager, omdat deze polder is verveend en drooggelegd. De polders zijn niet te groot, want als de meren die ontstonden door de veenwinning te groot waren, dan werd het gevaarlijk met storm. Bij het grondboren zagen we de verschillende bodemsoorten: in de Middelpolder zit na ongeveer een meter blauwe/grijze klei: waarschijnlijk
overwegend zeeklei, ruikt ook zoutig, kan schelpjes bevatten. In bovenland vonden we veen, dat is roodachtig, oxideert en is binnen een uur zwart.

Amstelveen is gebouwd op de Middelpolder en de Bovenkerkerpolder. Wetenswaardigheden: de Beneluxbaan loopt door beide polders, en om te voorkomen dat overstromingen dankzij de Beneluxbaan van de ene naar de andere polder doorstromen, zitten er kleppen onder de Beneluxbaan om eventuele overstroming van de ene polder naar de andere polder te voorkomen. Ander feitje: aan de Amstel ligt het Landhuis Oostermeer, dat zoals de naam zegt, ooit ten oosten van een meer lag. Dit meer is er niet meer, want dat is ooit weggebaggerd en vervolgens drooggelegd.

De eerste stop was bij de gemeentelijke composthoop, het gevolg van GFT-afval inzameling. De inwoners van Amstelveen kunnen dit eens in de zoveel tijd komen ophalen als schoon compost.
Er staan veel verschillende soorten grassen. Bas raadt af om ze allemaal te leren, er zijn er alleen rond Amstelveen al meer dan 50 soorten. Het beste is om de best herkenbare te leren, dan weet je er in elk geval een paar. Hij noemt hierbij de geknikte vossestaart, die paars bloeit, en de witbol, met harige stengel en blad, en een paarsige pluim,. De witbol heeft steeds 2 kwastjes die samen uit de stengel groeien. Naast grassen zijn er 3 soorten schijngrassen: russen, biezen en zeggen. Het weiland waar we op uitkijken is een blauwgrasveld, dat is een gevarieerd stuk grasland met veel soorten gras en bloemen, dat niet zo vaak gemaaid wordt. Lekkerder voor de koeien. Verlanding van slootjes gaat snel en is goed zichtbaar: riet en andere planten groeien steeds verder in het water. Boeren hebben een schouwplicht, wat betekent dat ze de sloten goed open dienen te houden. Kenmerkend voor een veenweidegebied is de hoge grondwaterstand, slechts 10 cm verschil tussen de wei en het water.

Volgende stop was de groenplaats. Daar stond vroeger een boerderij. Dat is te zien aan de bomen (windsingel om het erf) en de moestuin, die nu nog wordt onderhouden door vrijwilligers. De bomen zijn essen, dit is gebruikshout (voor bijvoorbeeld stelen voor hamers en dergelijke). De meidoorns die er groeien geven de indruk dat er ooit een boomgaard heeft gestaan. Bij de vijver vertelde Jos over kikkervisjes. Als visje zijn ze planteneter, ze eten algen. Als je ze voor educatieve doeleinden houdt, neem dan een heel klein beetje dril mee, zoveel als 1 lucifersdoosje. Paddendril zijn kralenkettingen die om planten zitten. Bruine kikkerdril is vroeg en drijft in klonten. Groene kikkerdril zit dieper in het water en komt later in het jaar uit. Voer de kikkervisjes gewoon visvoer, van die vlokjes. Geef ze regelmatig vers water. Als ze achterpootjes en voorpootjes hebben, moet je ze vrij laten, want dan zijn ze vleeseters geworden. Dit gebeurt tegelijkertijd met het verliezen van de staart en dan leven ze van insecten. Als je ze dan groenvoer gaat voeren, gaan ze dood, want dat kan hun spijsverteringsstelsel niet meer aan. De kikkervisjes die we vandaag zagen moeten van de groene kikker zijn geweest, want ze zijn erg laat in het jaar nog visje. De put op het erf is geslagen om methaangas op te vangen (aardgas). Dat zie je aan de belletjes die steeds opstijgen uit het water, die kun je aansteken met een lucifer. Onder de zandlaag ligt namelijk nog een oudere veenlaag, en het gas zit daarin. Door een pijp te slaan tot de onderste veenlaag kon dit gas worden aangeboord, en opgevangen via een omgekeerde metalen bak kon het via pijpleidingen naar huis worden gebracht om daar als brandstof te gebruiken. Het water in de put is ijzerhoudend. Methaangas is broeikasgas. Het zit ook onder de permafrost in Siberiƫ: misschien wel een milieuramp als dat ontdooit!

Soorten (naast die hierboven genoemd zijn):

Planten:
Bomen
Esdoorn
Waterlelie
Verschil raapzaad en koolzaad: raapzaad (met een a van achter) heeft de knopjes achter de bloemetjes. Koolzaad heeft ze voor de bloempjes.

Vogels:
Kieviet
Aalscholver
Zwaluwen
Grutto
Visdiefje
Waterlelie
Scholekster
Buizerd: pakt termiek en draait dus rondjes. Andere roofvogels zoals havik en boomvalk vliegen meer.

Gehoord: pauw en koekoek

Geen opmerkingen:

Een reactie posten