zondag 24 januari 2010

zaterdag 23 januari 2010

23 januari, verslag excursie Vogeleiland , Amsterdamse Bos.

Op weg naar het Vogeleiland werden we wakker geschud door een boomklever, met zijn typische geluid ‘plieuw plieuw’.
Deze excursie waren er 10-minuten praatjes van Annemarie, en van Joanne en Aleid.

Annemarie opende met wat geschiedenis.
Het Vogeleiland is ontstaan door een idee van Piet Brander en is 3 ha groot.
Het idee was om er verschillende biotopen aan te leggen, om bepaalde vogels aan te trekken.
Bijv; een schelpenstrandje voor Plevier, visdief, en een oeverwal voor ijsvogel en oeverzwaluw.
Bossages voor kleine zangvogels en een rietlandje voor Baardmannetje, karekiet enz.

Maar door o.a. het opgroeien van het bos eromheen, kwamen die soorten niet.
Daarna besloot men er een heemtuin van te maken met als gebiedjes; duingebied, moerasgebied, heuvellandschap en akker.
Door gebrek aan geld is het na aanleg niet goed meer onderhouden en is er een lekker verwilderd stukje ontstaan.
Er is nog wel genoeg te zien.
Het zien begint bij de bekende soorten, en daarna af en toe een soort tegenkomen en erbij leren.

Annemarie liet ons dmv een ‘bingo’kaart goed kijken en luisteren. Degenen die het meeste van het kaartje gezien en gehoord hadden, wonnen een kunstig en snel gefabriceerde ballon-papagaai. Erg leuk !
Het idee van een ‘bingo’ is op vele manieren toe te passen. Voor zowel planten, vogels, insekten, en andere inrichtings elementen in een gebied.

Ondertussen was er veel te zien;
Heggerank tot hoog in de bomen, heel veel sneeuwklokjes, grote bonte specht, enz.

Aleid had een interessant verhaal over de eigenlijke ontwerpster van het A’damse bos; Jacoba Mulder.
Zij was de eerste stedebouwkundige en heeft naast het A’damse bos nog Nieuw-west, Spaarnwoude en A’veen ontworpen.
Bekendheid kregen stedebouwkundigen pas na WO-2, vandaar dat ze niet zo bekend is. Jammer, want als vrouw die in 1918 begon met dergelijke studie is het onthouden waard.

Joanne vertelde leuke details over voorkomende vogels.
De boomklever metselt spechtgaten dicht met modder, zodat de opening klein genoeg is om het als nestholletje te gebruiken. Het goudhaantje is het kleinste vogeltje in Nederland, 4-6 gram, en houd o.a. van (giftige!) taxus.

Kortom; handige informatie om mee te nemen.
Met Aleid en Joanne liepen we richting Geitenboerderij en onder een stel hoge bomen floot een vogel een aparte roep. We konden er niet achter komen wat het was, maar het leek een lijsterachtige. Helaas vloog hij weg.

Bij het verder lopen door het bos richting Geitenboerderij deed Carla ons nog wat tips aan de hand om m.n. kinderen te laten kijken.
Plak plakband op boomschors, en daarna op een vel papier. De structuur van de bast is zo goed te zien.
Of meet de ouderdom van een boom; de omtrek : 10 x 4, is het aantal jaren oud bij benadering.
Een manier om de hoogte te meten leek niet helemaal te kloppen, maar er zijn handige dingen voor te krijgen (bij natuurmonumenten bijv) om dat te doen, helaas had ik hem niet bij me.

Richting Geitenboerderij waren er nog (platte!) vleermuiskasten te zien hoog tegen een paar beuken.

Het was voor een aantal cursisten, te koud om stil te staan, te slenteren en verder te verkleumen. Dus mijn verhaal stopt bij het vluchten naar de geitenboerderij voor warme koffie !
Maar; als het weer warmer wordt is hier dus genoeg te zien en te doen.

Margo

Geen opmerkingen:

Een reactie posten